Dit artikel verscheen eerder op de website van auteur Thalia Verkade
Hans Beckman is volkstuinder in Overschie sinds ruim twintig jaar. ‘Ken je Klein Profijt?’, vraagt hij. ‘Dat is een stukje oerbos bij Rhoon. Het is er prachtig, met de wilgen en het getij. Ik heb daar een roodborstje gezien, een staartmees en een pimpelmees. Maar op mijn tuin hier heb ik nu in totaal al 56 verschillende soorten vogels geteld. Deze winter voor het eerst een houtsnip, die was nieuw. Dat vind ik zo leuk. Oerbos is mooi. Maar hier groeien veel meer soorten bomen en planten. En dat trekt al die verschillende vogels aan. Het is zo bijzonder wat we hier hebben.’
Hans heeft een tuin op volkstuinvereniging Eigen Hof. Aan het begin had hij niks met Hollandse vogels. ‘Allemaal hetzelfde grijs en bruin. Ik zag ze niet.’ Toen ging hij naar Peru. Zijn vrouw en hij trokken de jungle in, naar Nationaal Park Manú, met een inheemse gids. ‘Tien procent van alle vogelsoorten van de wereld leeft daar. De gids zei: daar, kijk, daar – die Rode Rotshaan, hij zit dáár. Ik kon het eerst niet zien.’
Het lijkt een beetje op jagen. Dit is ‘onschuldige jacht’, zegt Hans. Je schiet niet meteen raak. Je moet het oefenen. Van de gids in Peru leerde hij hoeveel er te zien is, als je blijft kijken.
Terug op zijn tuin op Eigen Hof zag hij een ijsvogel: een opvallende, mooie, kleurige vogel, zoals de vogels in Peru. Daarna begon hij steeds meer vogels te zien, en begonnen die hem ook te fascineren. Het goudhaantje bijvoorbeeld, het kleinste vogeltje van Europa.
‘Ik heb een simpele Lumix camera met 20x zoom. Daar film ik mee en dat beweegt erg. Maar daarna kan ik er een still uit halen om hem beter te bekijken. Zo filmde ik op een keer een goudhaantje. Toen ik daarna ging snoeien in die boom, zag ik het vogeltje ineens weer zitten, op nog geen halve meter van mijn hand. Dit bleek geen goudhaantje, maar een vuurgoudhaantje: die heeft geen geel, maar een oranje kuifje en is nog zeldzamer. Een prachtig vogeltje.’
Elke nieuwe vogel die hij ziet, tekent Hans af in zijn vogelgids. Ook de ‘saaiere’ vogels boeien hem nu. ‘We hadden hier een merel die de beltoon van mobieltjes nadeed, toen je nog van die kleine telefoontjes had. Een specht vliegt met een soort golvende beweging. Als je erop let, gebeurt er veel.’
”Dit is waarschijnlijk een spinselmot. Als ze de boom kaalgevreten hebben komen er nadien gewoon weer bladeren aan. De rupsen trekken enorm veel vogels aan. En ze zijn niet zoals de Eikenprocessierups gevaarlijk voor de mens.
Vanuit de tuin van Hans zijn meer dan veertig bomen te zien. ‘In die daarachter, een vogelkers verschijnen elk voorjaar rupsen van de spinselmot, die een soort groot web vormen. Daar komen zo veel vogels op af. Het helpt dat veel van mijn buren hier ook natuurlijk tuinieren.’
De ijsvogels komen af op de sloot, zeker als daar een tak overheen hangt. ‘Dit jaar zijn ze denk ik gedecimeerd door de vorst. Ze hebben een rare naam: ijsvogels kunnen juist niet tegen ijs. Dan kunnen ze niet vissen. [Medetuinder] Martin heeft nog geprobeerd een wak open te houden.’
Omdat iedereen hier anders tuiniert heeft Eigen Hof een zeldzame verscheidenheid aan flora en fauna. ‘Ik vermoed dat we hier ook meer verschillende bloesems hebben dan Diergaarde Blijdorp. Loop in het begin van de de lente maar eens langs de sloot bij de oude schuur (hoek Vinkenpad en Prunuslaan). Langs het middenpad (de Essenlaan) gaan er daarna nog een boel bloeien. Het duurt tot eind april.’
Wil jij komen wandelen op tuinpark Eigen Hof? Je bent van harte welkom! Van april tot en met september is het park open van zonsopgang tot zonsondergang. Adres: Overschiese Kleiweg 728 3043 LH Rotterdam.